‘Waarom hou ik van handbal? Je moet uitdelen én incasseren’

Quintus Handbal kijkt terug op 75 jaar sport met ambitie, waarbij vrijdag 4 april het jubileum werd gevierd met een reünie voor (oud-)leden en betrokkenen. Wat in 1950 begon als dorpsvereniging in Kwintsheul, groeide uit tot een begrip in het Nederlandse handbal. De club speelt al jarenlang met de mannen en vrouwen op het hoogste niveau en leverde internationale topspeelsters af. Toch blijft de vereniging trouw aan haar wortels.

“Ik ben ook altijd heel trots op het feit dat we eigenlijk in het hele land veel respect krijgen voor de wijze waarop wij als Quintus de sport bedrijven en ook hoe we ons presenteren naar buiten toe”, zegt voorzitter Eric van Steekelenburg in gesprek met WOS Sport. Hoewel hij zelf uit het voetbal komt, raakte hij verknocht aan het handbal. “Waarom hou ik zo van deze sport? Dit is tenminste incasseren en uitdelen.”

“Bij voetbal is dat anders, en daar erger ik me dood aan. Dat gejank en die aanstellerij. Als je bij handbal gaat meuten, dan zit die bal al in de goal aan de andere kant”, aldus Van Steekelenburg. “Je moet uitdelen en je moet incasseren.”

Twee keer landskampioen

In de loop der jaren behaalde Quintus meerdere successen. Zo werd de club landskampioen in 2006 en 2007. De nationale beker werd vijf keer gewonnen, het laatst in 2019. In datzelfde jaar eindigde de club nog als tweede in de eredivisie, en in 2022 als derde. Tegenwoordig zijn de resultaten wisselender, maar de sportieve ambitie blijft.

Quintus bracht ook topspeelsters voort die furore maakten in het buitenland en in Oranje. Yvette Broch begon haar carrière bij Quintus en groeide uit tot international op WK’s, EK’s en de Olympische Spelen. Ze won onder meer de Champions League met Győri ETO KC. Ook Rinka Duijndam (wereldkampioen 2019), Kelly Vollebregt en recent Bianca Schanssema speelden bij Quintus voordat ze de stap naar een internationale club maakten.

Investeren in faciliteiten

Ondanks de successen kiest de club bewust voor een model zonder spelerssalarissen. “Wij krijgen geen tonnen aan geld. Sinds twee, drie jaar zijn er wel opleidingsvergoedingen als een speler naar het buitenland gaat. Maar je moet denken aan een paar honderd euro per jaar dat ze bij ons hebben gespeeld”, zegt Van Steekelenburg.

De vereniging investeert liever in faciliteiten. Zo werd onlangs een topsportvloer aangelegd en is er een nieuw krachthonk gerealiseerd. “Wij blijven constant in die faciliteiten investeren. Daarom denken wij dat wij als vereniging in de top mee kunnen doen. En wij willen, zowel bij de heren als bij de dames, nog een stapje hogerop.”

Tekst: WOS | Foto’s: Guus Heijstek

X